Systemisch werk: de verbanden waarin je leeft,
hebben grote invloed op je welbevinden


De mens is een autonoom wezen én leeft in grotere verbanden, die ik systemen noem. Op de eerste plaats de familie; maar daarnaast in vele andere: de school; het bedrijf; het team; de beroepsgroep... Binnen een systeem hangt alles met elkaar samen. Als er iets verandert in het systeem, merkt het hele systeem dat.
Binnen een systeem hebben we te maken met wetmatigheden die ervoor zorgen dat het systeem in evenwicht is en blijft voortbestaan. In families en organisaties overtreedt men deze wetmatigheden (vaak onbewust) waardoor 'verstrikkingen' ontstaan. Dat heeft veel gevolgen voor het welbevinden van het systeem als geheel en voor de afzonderlijke personen daarin. Denk daarbij aan ziekte, grote onzekerheid, gebrek aan energie, conflicten op het werk. Dergelijke zaken hebben vaak een systemische oorzaak. Dat is niet oplosbaar binnen iemands persoon­lijkheid en daardoor niet goed behandelbaar met coaching of therapie.
Het maken van een opstelling geeft zicht op deze verstrikkingen, en biedt de mogelijkheid hierin iets te herstellen. Bert Hellinger en het koppel Matthias Varga von Kibèd/Insa Sparrer hebben dit instrument ontwikkeld.
Ik gebruik deze methodiek voor familie-; organisatie-; werkgerelateerde opstellingen en scriptopstellingen. Hebt u hier belangstelling voor, zie de pagina ‘Aanbod’.

Een opstelling toont de systeemdynamiek achter een vraag


In onze workshops werken we met meer mensen; sommigen willen zelf een vraag inbrengen, anderen zijn bereid als representant op te treden. Door de aandachtige aanwezigheid van alle deelnemers in de kring ontstaat er een ‘veld’ dat het proces versterkt.
Degene die wil werken, meldt zich. De begeleider vraagt naar feitelijke informatie rond de vraag en bepaalt samen met de vraagsteller welke personen en elementen relevant zijn om op te stellen. De vraagsteller nodigt vervolgens mensen uit de groep uit om deze personen en elementen én zichzelf te representeren. Hij/zij plaatst deze representanten intuïtief in de ruimte in het midden van de kring, naar zijn of haar innerlijke beeld van de situatie. Hij/zij gaat aan de kant zitten en kijkt naar wat zich ontvouwt.
De begeleider vraagt de representanten naar wat ze beleven in de opstelling. Dit kunnen fysieke sensaties, gevoelens of gedachten zijn. Vanuit zijn systemische inzichten zal de begeleider vervolgens ingrijpen in de opstelling, door posities te veranderen, te ordenen, en representanten betekenisvolle zinnen te laten zeggen of kleine rituelen te laten doen.
Zo ontstaat er inzicht in de dynamiek, en doorgaans komt er een eindopstelling waarin de representanten zich op de juiste plaats voelen. Als de vraagsteller in deze eindopstelling gaat staan, kan hij/zij de verandering aan den lijve ervaren. Zo kan er beweging en heling komen in het werkelijke systeem.